R was R is 'n dOrp met 7 huizen
dat vlak OndR de wOlken was gelegen.
in 1 wOOnde'n kat e'n aantal muizen
e'n mens met grijze haren, licht verlegen.
Oer wOning was bescheiden, maar bevatte
de dingen die de mensen nOdig 8888
te leven èn te OvRleven watt de
natuur aldaar tentOOnspreidde aan kr8888.
'n bed, 'n stOel, 'n dak, 4 stenen muren
vOOr nOOrd'en OOst'en zuid'en westen-winden
e'n haard met daarin brandende 4 vuren
die die mens zag als de winden hun beminden.
maar zelden had die grijz'Oer huis verlaten
dOch pas kreeg Oek va'n kameraad 'n schrijven;
da't tijd werd weer 's grOndig bij te praten,
Of Oek 'n pOOs bij Oen wilde vRblijven.
nu wOOnd'in't dOrp OOk 1 jOng mensenwezen
dat regelmatig't OudRlijk huis Ontvluchtte
Om bij de grijze mens 'n bOek te lezen
Of in diens luist'rend OOr Oer hart te luchten.
"ben ik vOlwassen, ga ik naar beneden.
dan wOrd ik w8, agent Of'k ga bij't leger,"
zO had Oek vaak hardOp tOt d'haard gebeden
in 't huis van 't grijze mens -maar alles zweeg R.
vandaag echter herinnerde de grijze
zich deze mantra en zO kwam 't samen;
wellicht was 't vOOr 't jOngmens well 'n wijze
te leren zich in 't waken te bekwamen,
de tijd dat Oek Op reis was Op te passen
Op 't huis, de muizen, kat en de 4 vuren.
'n uur na 't vragen stOnd die met Oer tassen
en grOte Ogen al dOOr 't raam te turen.
"algOed," zO zei de grijze tOt de jOnge,
"j'aanvaardt mijn aanbOd, well, dat vin ik fijn.
hOOr eerst al1 watt deze Oude lOngen
te zeggen hebben OvR wOestesteijn.
je kent 't huis en hen die 't bewOnen
van alle andRe dOrpelingen 't beste
je kameraadschap zOu 'k nu graag belOnen,
juist dOOr die tegelijkertijd te testen.
je weet dat R altijd 4 vuren branden
in deze haard -en zO wil ik dat hOuden.
nu, wOestesteijn's de bijnaam van 1 van de
4 -" plOts was 't de kat die klagend hard miauwde.
"das Om de naam die ik je zOjuist nOemde,
gegrift in Oude kat 's herinneringen,
tOen 't vuur uit alle windrichtingen OpdOemde
'n Oek juist Op tijd diens dans wist te Ontspringen.
het rechter vuur, dat nu brandt als de and'ren,
't is OnvOOrspelbaar en bij tijd en wijle
wil Oer gemOed in razernij verand'ren
waarOm? wanneer? well, dat is nie't'e peilen.
al vOOr de haard zie je 'n hOutblOk liggen.
mOcht Onze vriend gaan bulderen en tieren,
kan Oek Oer wOede immer daar Op richten,
want O! prObeer Oen nie't'bestieren!"
"en wattedOen, mOcht dat blOk nie't'Oereiken?"
vrOeg jOnge met Oer mOnd nOg vOl met wafel.
"'n gOede;'r mag dan nix veranderd lijken,
je bOrdje staat nu Op m'n 8e tafel."
die avOnd daal'de grijz'al van de berg af
en liet de jOngeling in Oer huis 8R,
watt zO Rvaring in Oer laat're werk gaf
al'zen agent, sOldaat Of al'zen w8R.
de 1e dagen vOeld'Oek zich 'n kOning
en alle dingen gingen naar behOren
in deze OndR de wOlken staande wOning.
'n w8R zijn, dat kOn Oen heus bekOren!
maar in de 6e avOnd werd 't menens.
'n wilde westenwind slOeg tegen d'ruiten
en kOrt daarOp was plOtsklaps kat vRdwenen.
het was Of watt naar binnen wOu, daar buiten.
"nu kOm't aan Op m'n vaardigheid in waken!"
dat vOelde Onze jOngeling well aan.
Oek hOOr'de muren en 't dak steeds kraken
en zie! daar zwOl 't rechter vuur reeds aan!
minuten leken daar well Op secOnden
waar wOestesteijn Oer bijnaam in liet gelden.
1 tOng had't hele hOutblOk al vRslOnden
tOen and're tOngen naar de tafel snelden.
't was Oer paniek die jOng'ling deed vRgeten
wat't grijze mens vOOr Oer vertrek gezegd had.
zO werd 'n deken OvR 't vuur gesmeten
die wOestesteijn in nO time echtR Opvrat.
het hele huis ging die n8 Op in vlammen
die d'jOng'e'n andRe dOrpe'lingen blusten.
na minuten van uren leek 't vuur watt in te dammen,
dOch 's Ochtends pas ging wOestesteijn ècht rusten.
die celde mOrgen kwam de grijz'weer bOven,
en trOf in d'as 'n huilende w8R aan.
"'k bOuw vOOr jOu 'n nieuw huis, wil 'k belOven
en naar 1 vlam drOOp van Oer wang 'n traan.
de grijze deed daarOp Oer buidel Open
en haal'd'aaruit 'n kleine reislantaarn.
de vlam waarnaar de traan was tOegekrOpen,
well, daarmee stak Oek Oer lantaarn aan.
"wij zullen helpen," riepen d'Orpelingen,
"gelijk wij deden zOveel jaar geleden."
en zO geschiedde, gepaard met samen zingen,
kOn grijz'al ras Oer nieuwe huis betreden.
me't vuur der lantaarn werd de haard weer aangestOken
en daags daarna was OOk kat tRuggekOmen.
"ik be'n slechte w8R," had de jOnge gesprOken.
"maar nee!" zei grijze, "j'hebt je kans genOmen
en dat te dOen maakt je'n dapper wezen!
vRtel me, welke ziel is klaar met leren?
tOe, kOm tOch gauw weer 'n bOek bij me lezen."
en dat deed de jOngeling nOg vele keren.
zO gebeurde 't dan in de laatste n8
waar zij samen bij de haardvuren zaten,
daar de jOng'ling vRtrOk vOOr Oer studie tOt w8,
da'zij in stilt'aan tafel 9 aten.
pepé: lettermenger
[m.d.a. O atleticO radiO
vOOr 't gegeven thema = pOlitiegeweld]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten