zondag 1 september 2013

79 levens.




Duitsland 1940,
Hitler aan jouw wieg.
Negen jaren later een
Democratische Republiek.

Negen jaar gevangen
in dat halfbakken land,
totdat in 1990
kapitale eenheid kwam.

Negen jaren later
bij de Brandenburger Tor,
herdenk jij de muurslachtoffers
bij weer en wind nog door.

"Alles Scheiße," wat je bromt.
Je geeft die uitspraak vleugels.
Een mogelijke optelsom
van politieke leugens.

"Kauwt currywurst weg,
kijkt als koeien,
sloft stofwolken op,
wat kan het boeien?

Klikt een foto van
de herdenkingskruizen,
maar hij zíét ze niet! O!
Alles Scheiße!"

"Stel dat dát zo is,"
vraag ik wanneer ik naast je zit,
"waarom doe je dit dan
toch al jaren lang?"

"79 levens
op de vlucht voor die muur
van een sociaaldictatuur
nutteloos neergevuurd

om hen niet te vergeten
opdat zij op
een bladzij in
de historie

der mensheid
blijven
verschijnen
(Ach, alles Scheiße) -

maar soms loopt
iemand hier voorbij
die wèl kijkt.."

en je zwijgt,

dat heet, voor heel even,
dan hervat je je tirade
naar de schapenparade.
Dank kameraad en
het zij je vergeven.





pepé: lettermenger



Altaarstorm.





Je hoorde het niet, hier,
in de kamer, maar
een altaarstorm naderde,
drukte op de lucht.

Boehoehoeddha's
inlijstspreuken
lijderszwegen,
de brekenbeeldjes,

voor m'op de vloer,
chaos van goddelijks,
een brokken en schervenmix.

d'Ogen sloten, 't hoofd boog
omni't'ere' deoloog,
één veger op een blik.




pepé: lettermenger.

Werkcoach.





Rchting?
Richting?
Een richt-ding?
Ja, dat ben ik,
zou je kunnen zeggen,
maar of ik m'of
dit "richt-ding"
zich ècht op
één ding richt,
dat weet de
gemiddelde
rekenmachinist
in stukken licht
beter dan dit ik.

De vereiste curiokullum vitalis
die op mijn lijf geschreven is,
laat u mij werk-lijk ongestoord
nu d'is't onthuld in dit kantoor?

Hoe veel ik kost?
Hoe veel ik waard ben?
O! Ambtenaar,
bereken mij!
Want vraagt een rondje
niet om een kruisje,
drwaait het weer op
Noord Oost Zuid
West Uit?




pepé: lettermenger.

Dat park.





Fonteinwater,
opspuitend wel grijs,
achter een rookomringde
grijze huid.

Hij was even buiten,
zat naast me,
zonnestralen halen,
zei hij luid.

Niet dat hij niet
van mensen hield,
schalde't in mijn oren

op een bankje in
dat park; "Alleen,
al hun woorden.."




pepé: lettermenger.

Schoon was de lei.



"Niets aan woorden overlaten!"
klonk een gedachte in wezen
regend't'ikkend' mogelijkheden weg,
de eeuwen toegezwegen.

Schoon was de lei 'fschoon gewassen.
"Daar sta je, boven op een dak"
en een flat echo'de "Wie was dat?".
"O, het was een gedachte die sprak."

Toen in wezen naar beneden keek keek
in nat glanzend asfalt een spiegelbeeld
terug uit een lijst van lantarenlicht.

"Het was niet Alice, het was haar droom,"
fluitfluisterdede wind in een herenigingszin.
en zo ver viel het beeld tot gedicht.



pepé: lettermenger.