zaterdag 31 maart 2012

Om O.

O,
één wordend
ontziet ons drieën
tot het fundament vier
voor ons wordt gelegd.
O staat op,
valt uit
één.

Vorm
eens waargenomen
omvat de norm
van één en O.
Geen steen is steen
voor een oog
gesloten nog
open.

O
draait zo,
bouwt, behoudt, breekt,
beweegt om het bewegen
het leven uit dood
groot in klein
vrij opgesloten
wezen.

Tijd
amper verstreken
als een vonk
ontspringt en jij ontstaat
hoewel een naam gegeven
jij geenszins bent
hoe jij
heet.

Zo
is O
ook geen naam,
noch steen of lichaam:
Hier reflecteert ons ervaren
in de ontelbare
kwaliteiten van
zijn.

Wat
zie jij
wie jou ziet?
Jullie vormen een inzicht,
jullie kijken, kijken weg,
Nu genoemd, beleven
daar een
samen.

O!
Jij liefde!
Jij weerkaatste spiegeling!
In deze wijdopen ogen,
een bewogen blik, verblindde
jouw licht mij
nimmer zo
klaar!

Want
ik weet,
jij bent mijn
droom, in stof gewikkeld.
Wanneer ik jou uitkleed
gaan mijn handen
door jou
heen.

Toch
hoor ik
overal jouw naam,
zie ik in alles
jouw en mijn essentie
gedragen door leven
door sterven
gaan.

Ons
één zijn
ontvouwt in drieën,
waarna het fundament vier
voor ons wordt gelegd.
Wij staan op,
vallen in
O.


pepé: lettermenger.

zaterdag 17 maart 2012

De reiziger, Tarot I: Polsgolfslagschaduwschijn.

Toen de ruimte van leegte vervuld was
en alles wat bestond een wit doek was
voor het oog van de reiziger
deed het bijna pijn aan diens ogen
voelde 't haast of het wit om een vorm vroeg
waar de zon en zijn schad'wen voor weken
al de lijnen die de penselen streken

laten plaatsen van beschutting na
in een polsgolfslagschaduwschijn
voor het oog van de reiziger
verwordt een golfsom tot een wereld
waar reiziger een wandeling in maakt;
een zee van water en kleur maakt een steen,
maakt een muur, een gehucht, maakt een stad.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot II: In 't volle licht.

Wat ontstaat in 't volle licht en het duister,
wie bepaalt er wat er op het doek gebeurt
voor het oog van de reiziger
die de sfeer tussen wit en zwart inkleurt?

(Strijk, strijk, strijk)

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot III: Steden.

Het had elke stad
kunnen zijn,
het was deze.
Het had elke stad
kunnen zijn,
neon en roet.

Waar
beton door de zon
lijkt te glanzen,
waar historie
bedekt wordt door
vooruitgang,
groot denken,

loopt een schim
rustig in
zachte schad'wen
zou j'nie weten
zou j' v'geten
te zien misschien.

Droef niet niets
hoeft niet een
boef niet in
kleren zo vaal
als de schaduwen
zelf een map
beelden geklemd
onder d' arm.

Er 's onooglijk
veel moog'lijk
elke hoek is een
spot om te wezen
weet je afhankelijk
van welke clan
je aanhangt

en
ergens daartussen
wand'len de lossen
die bouwen en klussen
in rust en in schemer
voor de missende kleuren
bij de schreeuwende gevels.

Schreden verraden
geen haast of ont-
spanning, komen ze
ergens vandaan
en waarheen nemen
de scheem'rige
stappen die mens?

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot IV: Blanco / Gekleurd.

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

Stoffig
stoffig
stoffig
sloffen.

Wat word je
stoffig
stoffig
in de stad.

Ben je blanco
word je gekleurd
hier wat kleur
daar wat kleur
ben ik blanco
en is blanco
een manko hier?

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

Stoffig
stoffig
stoffig
sloffen.

Voor je het weet
heeft iemand een streep
hier op je gezet
of slipt je slof
een spoor op de
marmeren plavij.

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot V: Ken je streken.

Ben je van de sobere details,
ben je van de sierlijke franjes,
ben je van de pen of het penseel,
ben benieuwd hoe jij mijn zinnen streelt.

In welke streek vind jij je kracht,
in beelden, klanken hard of zacht,
in smaken, geuren, welke pracht
spiegel jij je zijnskarakter?

Hij zei je verfijnd!
Zij zei je spontaan!
Door hen zei jij alles,
je streek van de baan.
Jij weet als geen ander
waar je pols heen wil gaan
en welke geest je wil geven
dus laat 'm gaan, laat 'm gaan,

maar voor je dat doet:

Ken je streken,
ken je streken,
ken je streken,
da's het enige.

Ken je je streken, mijn edele?
Spiegelde je je voldoende in 't rond?
Kwam je jezelf er vaak tegen
en zeg me wat je van jezelf vond.

Soms zijn die sprankelende geesten
in karakteristiek weergegeven
voor het oog van de reiziger
en hoort zeggen wat zo heerlijk hoort:

Hij zei je verfijnd!
Zij zei je spontaan!
Door hen zei jij alles,
je streek van de baan,
maar je weet als geen ander
waar je pols heen wil gaan
en welke geest je wil geven
dus laat 'm gaan, laat 'm gaan,

maar voor je dat doet:

Ken je streken,
ken je streken,
ken je streken,
da's het enige.

Ik ben gekleurd,
schrijft de pen
van de reiziger
en zie! 't Hedendaags
geweten steekt
zijn wrede kop op.

Ik ben gekleurd
was zo blij met
mijn kleur als ik was.

Ik ben gekleurd
zou de geest van
de tijd hier wellicht
kunnen lezen
als het doek om
ons vlees, maar nee.

Ik ben gekleurd
door penselen
stiften en 't stof
van de stad
door zovelen.

Jij schrijft verfijnd.
Jij schrijft spontaan.
Ken je streken.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot VI: Fantaseergemaal.

En daar was je,
een holografisch ideaal
van mijn fantaseergemaal.

't Is vast nooit te laat, toch?
We hebben heus zeker de tijd, lief,
kom dan, we blijven nog even
kom, nog heel even niets.

Ik zie de kuiltjes in je wangen,
ik voel ze, de haartjes, ja daar,
je zuchtjes zijn zoete gezangen
kom, nog heel even niets.

Lief lief wie liefde
die liefde wie liet
die liefde los liet
die liefde ook toe
toe lief lief zie toe
hoe 'k je lief
toe lief toe.

en verdwijn in mij,
dan verschijnen wij
voor ons fantaseergemaal
en het wordt vast echt waar, toch?
Als wij dat allebei geloven
kom lief, we blijven nog even
kom, nog heel even niets.

Wat een waterval,
kom ik duik in jou
en we laven ons
laveloos
aan elkaar

Lief lief wie liefde
die liefde wie liet
die liefde los liet
die liefde ook toe
toe lief lief zie toe
hoe 'k je lief
toe lief toe.

En de reizigers zetten een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot VII: Pelgrimsvoeten.

Een ordentelijke plichtsgetrouwe
wereld, volledig ingekleurd naar
architecten van dát denken
maakten dorpen van hutten
steden van huizen en
metropoolflatgebouwen
naar de maat eens gezins.

"Wat word je eenzaam
als je kiest voor alleengaan
en alles lijkt ontworpen
voor minimaal twee.
Dan zijn de stoepen
en stegen voor groepen
van pelgrimsvoeten."

"Hoevelen getweeën
zijn echt tevreeën
en trouw tot op de ziel
als je echt kon kiezen
in wat voor soort woning
en met wie je zou wonen
gewoon daar 't beviel?"

Het nachtelijk oog van
de reiziger doorkliefde
een muur zag twee geliefden
iets bedrijven wat leek
op het delen van liefde
maar dat niet bleek
wat reiziger griefde.

"Ooit, lang geleden,
nog voor deze steden,
leefden nog velen
als ik wel in vrede
toen liefde nog echt
ging om liefde en
niet om met wie.."

En de reiziger zette een stap.



pepé: lettermenger.

vrijdag 16 maart 2012

Prullenbak.

Ja, ik ben een prullenbak, zo'n fijne ouderwetse
waarmee je nog zo lekker tegen 't deksel aan kan ketsen.
Niet zo'n Curver Tupperware, van Blokker Hema Xenos,
maar eentje die al oud was toen jouw opa amper één was.

Een blikken prullenbak, zo één met ribbels in mijn lichaam
en zonder vuilniszak erin, zo'n zak daar heb je niks aan.
De vuilnisman die leegt me goed en eens in de paar weken
dan laten ze de schillen en de derrie eens goed weken.

Ja, ik ben een prullenbak, zo'n degelijke makker
en ik lig niet van elke ramp en elke scheet meer wakker
en jullie zooi die in mij zit die wordt steeds meegenomen,
zo niet, dan gaf het mij niet dat ik dan zou overstromen.

Ik word nu niet gedumpt, maar ben nu zelf de gulle dumper,
ja, ik heb zelfs wat voedsel in mij voor een arme stumper.
Het maakt me ook niet uit als iemand hard op mij zou schoppen
en ook niet dat ze mij voor schroot uitscholden: dat zou kloppen!

Ik ben een mooie prullenbak, waar ieder aan voorbij gaat,
maar wee de dag dat dan ineens dat ding plots niet meer klaarstaat.
Maar nee, ik ben mezelf, van vlees en bloed en duizend zorgen
met in mijn harde hersenpan een prullenbak verborgen.


pepé: lettermenger.
[2002]

dinsdag 13 maart 2012

Bovenal.

Steeds in 't midden
van ons aanzien
over komen

een aanbidden
van het inzien
wakend dromen

toomt een duel
in tot een duet

boven tonen
onder vinden
harmonie in

die wonderwel
woordenloze wet.



pepé: lettermenger.

Kroos.

Op ooghoogte van klaver vier,
mijn huid vol beten mug en mier,
trekt zomerschemer weg in nacht,
een oehoe huilt, eendenjong lacht.

Ik lig, ben aarde, haar is gras
hier aan de afgelegen plas.
Niemand weet nu waar ik ben
die mijn eigen aard niet ken

dus wie is dit eigenlijk
ongemist mist rijkelijk
onttrekt elk levend oog het zicht
van ongeacht ook wat waar ligt?

Het water achter 't klaverblad
wordt 'dra mijn laatste adembad,
ontkleed ontdaan van leven naakt
als denkstof ook is losgeraakt

dan wordt mijn rest er ingerold
ik kijk kijk ik mijn waanbeeld solt
een tel nog met mijn spiegelbeeld
dat grijnzend zich tot kroos opdeelt

op ooghoogte van klaver vier,
de nacht verruild voor zonnesier
mist opgetrokken, lucht is zacht
en niemand huilt, eendenjong lacht.


pepé: lettermenger.

donderdag 8 maart 2012

De bron van vrouwenhaat.

Zij in mij hoedt jou voor 't straatverkeer,
zij in mij geeft dat schepje eten meer,
zij heeft tijd voor jouw kwetsbare verhaal,
zij beheerst de ongesproken taal.

Zijn zij wordt in hem helaas verdoemd,
zijn gevoelens vakkundig verbloemd.
Ach! Als hij zijn zij al zo verraadt,
is dat soms de bron van vrouwenhaat?

Zij in mij, zelfzalvend medicijn
voor zijn peinzen en prestatiepijn.
Zij zijn heel, opnieuw hun nevenbeeld

als hun wezen waardig wordt gedeeld.
Laat hem, laat haar, maak ons vrij
zij in hem en zij in jou en mij.


pepé: lettermenger.
Internationale Vrouwendag.

maandag 5 maart 2012

Verguld.

De inhoud  van mijn portemonnee
blinkt zilvergoud, maar wat kan ik ermee?
Onze knip wordt klikkend leeggeschud
en we lenen wat van noodzakelijk nut.

Nu springen we uit nostalgie en paniek
nog liever terug op een vorige piek
in vergulde hoop zo de nood te vergelden
met hoe we ooit onze schulden telden.



pepé: lettermenger.

Het bezette bezetten.


In het oudste midden van mijn stad
bezetten tenten het bezette land,
zoals de wereld nu drieduizend steden kent
en je in het Valkhof daar een deel van bent.

Het bezette bezetten; negatief plus negatief
of min één plus één is nul? Hoe dan ook
stippen op aarde die vlekken kunnen worden
en dat in ons denken al lang en breed zijn,

want het zijn niet "slechts" vijf miljoen tenten,
maar miljoenen of miljarden mensen,
zoekend, bouwend aan iets eerlijks, iets waars.

White power komt vegahippie tegen,
ze bouwen samen aan een gemeenschapstent
in het gedeelde verlangen naar de vrede.


4 november 2011,
pepé: lettermenger.
[geschreven in m'n Occupy Nijmegen tentje]

Nood Kraakt Wet! (Nijmegen, 2 oktober 2010)


Kroontje... 
'Schoongeveegd' in beroeps-bewoording... 
Ik zag het gebeuren, stond er zelf in. 
Kids met een boterham op een bankje, 
grootvaders met koters nietsvermoedend 
eendjes voerend 
Veeg! 
Dat was de opdracht. 
Alles. Nee, niet iedereen: Alles. 

Komt weer terug in mijn herinnering 
bij wat er nu in Tunesië, Jemen, Egypte en Libanon -en wie weet waar inmiddels nu nog méér, aan het gebeuren is.. op dít f***ing moment.. ongelofeloos.. 
Al gaat het er daar, nog, nóg harder aan toe.. 

Harde woorden zijn soms nodig, 
harde reacties eveneens, misschien, 
ik hoop lees bid dat zij die strijden 
om de Liefde dit doen mèt Liefde bovendien.. 
Dan en zo wil ik meestrijden. 

En vooral zaaien! Plezier zaaien, 
samen zaaien, op m'n bek gaan en opstaan 
en weer zaaien, kunst zaaien, 
gedachten en vragen zaaien, 
zulke zaken zaaien ja.. 

Ik wens ons Moed & Vertrouwen.

pepé lettermenger.
2 oktober 2010.
Nood Kraakt Wet!


Naschrift 3 oktober 2010:

Vandaag had ik mezelf eigenlijk een rustdagje beloofd, maarja, dingen gaan zoals ze gaan en soms hoeft een blog met veel inhoud niet veel woorden te hebben. Dus dan toch maar nog een blogje vandaag.

Wat is er waar van de verhalen dat ook de politie en ME coke of andere (vergelijkbare) oppeppende (voedings)middelen 'toegediend' krijgen?

Gisteren, de demonstratie 'Nood Kraakt Wet', tegen het kraakverbod dat sinds 1 oktober is ingegaan en iedere kraker in feite illegaal maakt. Ik heb hem helemaal meegelopen en voelde mij alssortofhippie erg peaceful en op mijn gemak. De ronde om het hart van de stad was prima verlopen en eindigde weer bij het Joris Ivensplein en Kronenburgerpark.

Ik ben nog even meegelopen, de Lange Hezelstraat in, waar een groot deel van de groep nog heenliep. Dat is wel het stadshart in -en daar werden we opgewacht door M.E. Ik zag om me heen gezichtsuitdrukkingen veranderen, gefocused op confrontatie. Dat was voor mij het moment terug te gaan naar het Kronenburgerpark, het centrum weer uit.

Daar stond ik met een vriend van me te kijken naar de grotere groep vooraan in het park. Ik hoorde de M.E. omroepen dat de demonstranten opgedragen werd de stad te verlaten. Er liepen alleen ook veel Nijmegenaren tussen. Uhm? Hierna, serieus, brak de M.E. door het park in en veegde met overdreven overmacht het gehele park schoon. De waarschuwing was niet in het park zelf gegeven. Zeker niet doorgedrongen tot verderop in het grote, beboomde en heuvelachtige gebied. Hierdoor zijn verschillende mensen die gewoon in het park hun boterham zaten te eten ongewaarschuwd en hardhandig eruit geveegd. Ikzelf riep ook nog naar wat jongeren die relaxed in het park zaten dat ze beter verder van de oproer weg, mee met ons konden gaan. Heftig. Oorlog bijna...

Wat er gedurende de tijd dat dit gebeurde om en nabij de Lange Hezelstraat gebeurde heb ik dus niet gezien. Er zijn een paar films van op YouTube te vinden. Mensen die hier als reactie films willen plaatsen nodig ik van harte uit daartoe. Of films nog vanaf andere spots, zolang ze maar over deze Nood Kraakt Wet-demo in Nijmegen gaan.

Het was verschrikkelijk om mee te maken en zien. Met name vanwege het feit dat er opnieuw op een heel vreedzame demonstratie is ingehakt. Ook filmpjes van het politieoptreden gaven mij het gevoel dat zij erop úít waren om erop ín te hakken! De groep demonstranten is op één fimpje al zichtbaar weer het stadshart aan het uitgaan -en de politie néémt dan opeens een ruk richting die groep! En begint te dreigen en hakken!

Zo zijn ze doorgegaan met hakken, dreigen en inklemmen tot ze zowat elke persoon op straat in hun weg bij het Centraal Station Nijmegen hadden gekregen. Dat was hun enige doel. De meute Nijmegen uit. Inwoner of geen inwoner. Na die waarschuwing vòòr het park is namelijk voorzover ik weet geen enkele omroep van politiezijde meer gekomen. Liep je in de weg had je pech. En daar heb ik ook slachtoffers van zien wegrennen en rondlopen.

"Sommigen krijgen gewoon pepmiddelen toegediend om het werk nog een beetje vol te houden," vertelde me vandaag iemand.
"Of om niet teveel na te denken en dat je er alleen nog maar op los wil beuken," zei weer een ander.
Was in Afghanistan ook niet ontdekt dat er cocaïne of iets vergelijkbaars beschikbaar gemaakt werd voor onze soldaten daar?
Gebeurt dit ook in Nederland, misschien in een andere vorm, hoeft niet?
De houding die de M.E. ook gisteren weer aannam heeft er alle psychische kenmerken van in ieder geval.
Maar hardmaken kan ik het niet.

Wie wel?
Zinvolle links? Beeldmateriaal hierover?
Ook zeer welkom!

Dank!
& Respect plz.


3okt2010 pepé: lettermenger.


Naschrift 4 oktober 2010:

Vandaag reageerde iemand die ik ken met de volgende woorden:

"Mijn exvriendje was een cokedealer en eigenlijk verkocht hij zijn cocaïne alleen maar aan advocaten en aan mensen uit het politie-apparaat."
"Ik kreeg altijd mooie sieraden van hem," vervolgde deze, "en ik vroeg hem een keer hoe hij toch aan al dat geld hiervoor kwam. 'Wil je het echt weten?' Toen vertelde hij dat dat dus dankzij de dames en heren klanten uit de advocatuur en politie-eenheden was."

Snif snif...

4okt2010 pepé: lettermenger.

Wie heeft jou aangepraat.

Wie heeft jou 
aangepraat dat 
jij wij dit iets, 
dat niets dan nog 
onbesproken, 

bestickerd 
omschreven 
allereerst al 
begrepen kan 
kunnen woorden? 

Iemands 
plunjezak of boot 
zegt nog niets over en of 
diegene hem wel draagt 
danwel wel vaart.



pepé: lettermenger.

Meisje.

Meisje: 
Zonder je 
uit te laten 
kleden zoveel 
van je af te 
laten glijden.



pepé: lettermenger.

Gebed.

Wil dit leven vergeven
dat ik leven moet nemen.
Deze geesten zijn één.
Wil de vrede ons leven.



pepé: lettermenger.

zaterdag 3 maart 2012

Eten.

Ma
maakt graag
hetzelfde

want
ze weet dat
dat je zo
smaakt,

jij
houdt van
variatie.



pepé: lettermenger.

Ochtend.

Ochtend.
Nachten passeren
doorheen de arbeidersstoet,
gevels zijn het filmdoek
voor de reprise van
jouw gloren.

Ontbijt.
Krakende toast en
troost met een wolkje
melk, de honing
uitgestreken over
pindakaas.

Zonlicht,
prachtoverstemmend,
breekt schaterend ons beeld.
In het raam voor de stad staat
in jouw plaats mijn sofa
 op de straat.



pepé: lettermenger.

"Gefeliciflapstaart!"

"Gefeliciflapstaart!"
gekscheerden de tekens
in haar display.
Ze was er blij mee.

In een reflex repliede
ze terug naar haar ex
die ze zichzelf beloofd had
nooit meer te texten.

"Lief! XD th x",
een spatie wel of niet teveel.
Ze stond nog in haar mobiel.

"Verzonden,"
onomwonden; verzenden
kent geen cancellen.



pepé: lettermenger.

Sonnet, geschreven op Shakespear's geboorte- en sterfdag, bleek achteraf.

Leer, vergeet, ik blijf proberen
meer te weten, meer te bewaken.
Ontmoeten wij elkaar de meer
de meer zie jij mij fouten maken.

Daarom steeds aan mij de keuze
dit voor wat het is te laten
zijn, te zijn of niet, fameuze
woorden; baten zelfs d'hiaten.

Eerder waarom dan of ik herzie
kras ik woorden tot vierkanten.
Sonnet ontstaat als 'k overzie.

Schoonschrift vergt soms vele vellen
voor de definitieve versie.
't Oordeel 's met één woord t' eh -vellen.



pepé: lettermenger.

In uw weg.

Ik hoop u ooit,
mijn levengeefster,
mijn eerd’re keren
afgewezen geest te geven.

Welk een wens
ik heb dat u die
dan toch
aan moogt nemen.

Hoe zeer wanneer
u uw zoon ziet
zonder mij te zien.

Ziet u uw zoon
dan wel wanneer u
mij niet ziet misschien?

Sta ik daarvoor
in uw weg
misschien?



pepé: lettermenger.

Dos.

Hier, op dit papier, 
lees je het verhaal van de mensenzoon Dos, 
die zong met de merel en die joeg met de vos. 
Tot jouw plezier. 

Toen het bos haar takken zacht om Dos’ had heengeslagen, 
zei het: “Dos, hier in ons heb jij jouw kuilen gegraven. 
Een kuil om iets te vangen en een kuil om in te slapen. 
Maar vandaag, Dos, vandaag zul je ons gaan verlaten.” 

Dos verwerd als tot een door de wind belaagde twijg van riet 
die in de dreiging het bezwijken van zijn eigen zijn voorziet. 
Maar het bos leerde hem dat soms voelen ook weten kan 
en er luisterend naar handelen bleek menigmaal beter dan. 

Dus wentelde Dos zich uit de takkenomarming, 
zei de merel tot weerziens en gegroet tot de vos 
en zette wat later zijn eerste stap uit het bos, 
zeggend: “Dit - wordt een warme herinnering.” 

Zo kwam Dos aan in een stad van soortgenoten 
en ook daar werd gezongen en ook daar werd geschoten. 
Het bos was hier vervormd door de mensenhanden 
tot hun huizen en hun paden, omarmd door hun wanden. 

Wat wil je; waar waart de geest van het weten 
dat beweert het al al te weten, wordt bezeten 
gesmeten en gereten’t beweerde bezit tot gerief, 
maar tot grief van het niet-wetend weten. 

“Zie hoe in bomen de merels lied’ren gingen zingen 
toen vos en mens elkaar daaronder ondertussen vingen!” 

Het was niet daarom toch. 
Het was hun ademtocht, 
lucht die wegen zocht 
en die kennelijk begingen. 

Wat gebeurde gebeurt in beleefde èn verzonnen verhalen; 
Was Dos’ niet-weten dan bezonnen geweest op verdwalen? 
Hadden merel en vos en het bos dat toen ook niet geweten? 
Had hij zich met hen verdwaald niet nog veilig geweten? 

Vergeten 
te weten 
te weten 
niet te weten, 

want Dos en het bos zijn een simpel verhaal 
en met dit boek in jouw blik is het bos wat meer kaal. 
Hoe wonderlijk: zonder het hout van die bomen 
was Dos dus nooit in jouw armen gekomen.



pepé: lettermenger.

Zo Groen ik Elke Dag Ontmoet.

Met het Zwart van de Aarde, 
Met het Rood van het Bloed 
Groeien Gouden Korenaren 
Zo Groen ik Elke Dag Ontmoet. 

Hoeveel vlaggen zijn er boven 
mijn geboortegrond geheven, hoe 
velen zullen wapperen gaan, hoeveel 
bloed nog door mijn aad'ren als de 

Spree, de Gambia, de Waal, als 
water door rivieren stromen? 
Voor welke kleuren, welke vorst 
nog legt mijn hand zich aan mijn borst? 

Met het Zwart van de Aarde, 
Met het Rood van het Bloed 
Groeien Gouden Korenaren 
Zo Groen ik Elke Dag Ontmoet.



pepé: lettermenger.

Sonnet: "Ode" / "Vlammetjesverheerlijking".

Stil verborgen in de nissen 
fluisteren wakende vlammetjes 
amper zichtbaar nog in stads licht 
en onopvallend in dorps donker, 

waar'k nederig toch mij aan mag warmen 
door ze ooit te hebben mogen ontwaren, 
we soms in voorzichtigheid van jaren 
zo steeds nader bij elkaar geraken. 

Dit sonnet behoort aan jullie 
pracht van licht èn schaad'wen van de 
vlam die je bewaakt, ik bewaak, 

want samen vormen onze handen 
silhouetten, uit elkaars dankbaar haast 
onzichtbaar heen- en wederstralen.



pepé: lettermenger.

Tante Brigitte.

Tante Brigitte
gaat verzitten.
Haar rok volgt haar stijgende been.
Waar moet ik met mijn ogen heen?

Ik was zeventien
en had gezien:
tussen lip en lip
was haar slipje geslipt.



pepé: lettermenger.

Zwarte harten.

Diep van binnen waar nooit licht komt
en alle geluid van buiten verstomt
tot een doffe druk op iemands oren,
maar niemand is daar
dus niemand die het kan horen,

klopt zo innig stil mijn hart,
klopt, door levend zijn gesard
en ongenadig mij te laten leven.
Ik ben niet bij machte
naar vreugde te streven.

Opgesloten en getart,
het hopeloze zwarte hart
mag nooit gelijken vinden:
het eigen leven vangt het
en verstopt het achter ribben.



pepé: lettermenger.

De zin.

De zin
zoekt in
een zee van zielen
één ziel
en huist zich erin.

Die zin
zoekt in
jouw zee van zinnen
één zin
door melodie gedragen.

Verzin,
zoek in
een zee van zinnen
de zin
en zeg of anders zing hem.

De zin
doorklinkt
in al jouw zinnen.

Ik zing,
van jouw zin ga ik zingen.



pepé: lettermenger.

Ik wil niet wachten op mijn wereld.

Ik wil niet wachten op mijn wereld
Ik wil hem zien, ik wil hem zijn
Ik wil niet leven in jouw wereld:
jouw wereld jouw wereld, niet mijn.

Ik wil verkennen wat ik schiep
die lange tijd terwijl ik sliep
Ik wil zoveel nog, maar niet zo.
Ik geef mijzelf mijzelf cadeau!

O, wat mooi, mijzelf!
Dat is wel het mooiste geschenk.
Ik ben ontzettend benieuwd
wat ik allemaal voel en denk.

Ik ga mezelf eens goed verrassen
met wat ik allemaal wel niet kan.
Ik laat mezelf flink in mijn sas zijn
da’s fijn da’s pas fijn of niet dan?

Ik ga mij absoluut verbazen:
die multifunctionaliteit
en ga eens stoppen met dat razen,
meerazen, hé da’s een andere tijd.

O, wat mooi, mijzelf!
Dat is wel het mooiste geschenk.
Ik ben ontzettend benieuwd
wat ik allemaal voel en denk.

Ik ben een man
Ik ben een denker
Ik ben een schrijver
een zanger
maar een belabberd
behanger
ik ben Vissen
met als ascendant Leeuw
ik ben van
de vorige eeuw
ik heb heel wat gezien
en wat ik nog wil zien
geeft me nu al plezier

maar

ik ben hier.

O, wat mooi, mijzelf!
Dat is wel het mooiste geschenk
Ik ben ontzettend benieuwd
wat ik allemaal voel en denk.



pepé: lettermenger.

Denkjunks.

Heerlijk, al dat denken!
Eenmaal aan de gang en
getuige aller gevolgen
raak ik inverzwolgen.

Onverzadigbaar ga’k voort,
opgejut door wat me stoort
ben ik verslaafd mijn wezen
almaar meer belezen

en beleefd – al is het
in de leegte – te wegen
met als maat god’s zegen.

God’s gezichten
gaan met zijn tijd mee.

Tegenwoordig –
en dat is nieuw –
luistert hij graag
naar de naam
Wetenschap.

Dat is pas streng geloven,

duldt niet graag tegenspraak.

Nog een jaloerse god.



pepé: lettermenger.

Je kunt.

Je kunt
het ook
letterlijk
zeggen

met van die
onomwonden
bewoordingen

lekker

recht
in die
trommelvliezen
steken.

Da’s modern
en mag toch…

Het valt op

Het spreekt meer
dan dat symbolisch
gelal.

Ik wou dit
eens
gezegd
hebben.


pepé: lettermenger.

Duizend jaren.

We drijven door miljoenen klanken
stralen van de schijn der tijd
en klimmen hoger in de ranken
van de on-vergetelheid.

We staren over lage landen,
vangen geuren van de zee
en door de groene bladerhanden
nemen we het leven mee.

De tijd dimt in haar verdervaren,
eeuwen zijn voorbijgegaan
nu wij weer voor elkander staan.

Ik ken je, mooie elfenvrouw
van druivenranken, zee zo blauw,
ik ken je meer dan duizend jaren.


pepé: lettermenger

Vliegje.


Er vloog een vlieg hier door het huis.
Hij vloog van douche naar het fornuis
in drie seconden!
En was de deur in’t slot gedaan,
dan had ‘ie wel een open raam
altijd gevonden.

De mensen hadden flink veel last
van’t vliegje dat de voorraadkast
soms grondig afzocht
naar wat te eten, kaas of brood.
Of dan liep ‘ie op iemands schoot,
wat zeker niet mocht!

Ze hadden zelfs een vliegenmepper
die af en toe met hels geklepper
vlieg flink deed schrikken.
Hij vloog vlug naar een hoge plek,
maar kreeg al snel weer grote trek
in wat te bikken.

“Gunt niemand mij dan een plezier?”
dacht vlieg als hij weer daar of hier
een mep ontvluchtte.
“Wat is een vliegenleven zwaar
als niemand je, ’t is eerlijk waar,
kan lij’n of luchten,

Want zit je even ergens stil;
Pats! Gil! Vlieg op! In zo’n huis wil 
toch niemand blijven?”
Vlieg vloog naar de boekenkast toe
en zag vanaf een heel dik boek
een meisje schrijven.

En vlieg, nieuwsgierig als de pest,
deed daarvanaf heel goed zijn best
om het te lezen.
Maar het lukte niet, dus trad hij
heel voorzichtig op de bladzij,
niet zonder vrezen!

Hij las over een boerenland
en peren in een grote mand.
“Het zijn vast zoete,”
zo leefde vlieg zich hong’rig in
en hopte naar de laatste zin
onder z’n voeten.

Daar zag het meisje vliegje lopen
en deed haar ogen heel wijd open
om goed te kijken.
“Maar Oh! ‘k wist niet dat’n vlieg van zo
dichtbij - Dat vliegen zó beto-
verachtig lijken!”

Dit hoorde vliegje en inene
was zijn droevigheid verdwenen.
Iemand vond hem mooi,
dus was z’n leven toch geen zonde!
Hij vloog voor haar een liefdesronde.
Iemand vond hem mooi!


pepé: lettermenger

vrijdag 2 maart 2012

Lees ons.

lees ons
tussendoor de
regels, wetten.

ontmoet ons
in het midden
onzer blikken.

laat ons
in ons eigen spectrum
dezer diamant.

zie ons
nu als nimmer
eerder stralen.

lees mij
in de lijnen
van jouw hand.


pepé: lettermenger.

Straatlantaarn.

straatlantaarn
staart me aan.
ik vraag:

ken jij de aanvang
van ’t verhaal?

hij schijnt verbaasd.

wist ik het maar.
ik ben vannacht
pas aangegaan.


pepé: lettermenger.

Winterbloem.

haar jonge jaren was
de aarde daar nog
roder dan het roodste oog,
de rode draad spon garen,

maar heren van eeuwen
geleden hadden één teken
gesmeed uit Degen en
Weren en daar

de betekenis van Vechtkunst
aan meegegeven en deden
Winterbloem en velen
vroeg op ’s ochtends vroeg

in rode stoffen en met
zilverstalen discipline de
zilverstralende baan der
maan weer ingaan willen.


pepé: lettermenger.

...en ik luister.

je spreekt
of praten vandaag
in de aanbieding is
en ik luister.

zonder dat ik je ernaar vraag
heb je wat je zei verklaard
in ervaringen uit je alledag
en ik hoor.

op mijn lach van overrompeling
volgt jouw verontschuldiging
niet vaak gehoord te worden als
een echo van een echo.

vandaag ben je vol,
gisteren was je op.
zo ontbreekt je steeds
de ruimte voor een ander.

ben je dan vergeten
dat juist door je vragen
aan een ander je
je leven relateert

en zo
relativeert?
je weet het, zeg je,
en ik luister
weer.


pepé: lettermenger.

Onafgemaakte zinnen.

onafgemaakte zinnen
vertellen soms
precies voldoende.

jij weet namelijk
allang dat -
en hoeveel.


pepé: lettermenger.

Nietzeggend zeggen.


“ik ken een man
die beweert tot
een soort sterren
te zijn uiteengespat,

die vanaf toen zijn
leven en het leven
heel anders is gaan
zien,” schetst hij,

vervolgt dan na ’n pauze:
“ik kan me dat zelf
moeilijk voorstellen,
maar ’t kan, het kan.”

“is het alweer veertien
jaar geleden?” zwijg ik,
antwoord voor mij uit:
“dat kan zeker.”


pepé: lettermenger.

Bekaf bekoren.


bijkans
bekeren we
de beken
leger,

leger
nog dan
kannen
kunnen,

bevloeien
beroerd
’t bekaf
bekoren.


pepé: lettermenger.

Zonder titel.



Woord.




pepé: lettermenger

Au.


ik voel het,
weet het:

heb maar eens
zo’n zoon

wiens zon
zo’n donk’re
schaduw
werpen
kan.

ik ben hem.


pepé: lettermenger

Dorstig naar leven.

Dorstig naar leven
aardegeritsel
zwart samenhangsel
mineraaldrager.

Schamper bestampte
modderondergrond met
hakken en klompen van
edelmetaaldragers.

Menslief uit water
en nog wat aarde
en een vlammetje
dat leven heet.

Monter modderpoppetje
in parmantige pas tot
Moeder's moddervoet
jou eender betreedt.


pepé: lettermenger.

Stippel en cirkel.

Stippel het uit
over het papier tot
over de tafel,
volg de stift
al stuiterend je
huis uit, houd je
aandacht op de punt
zo lang als je kunt
tot die op iets botst
stift in je hand tot
stilstand komt,
hoewel die wellicht
doorstuitert op deze
plek, trek hier een
cirkel waar je
in zit rust
punt uit.


pepé: lettermenger.

Onkruid!

Weegbree en
fluitekruid,
dat onkruid,
die modderschuit,
dat uitschot schiet
op uit het niets
in ons pasgeharkte
perk, al dat werk
om de orde
en dan dat!

Gelukkig
hebben we
de tuinman.


pepé: lettermenger.

Flegmaaltijd.

Draai me niet door als gehakt,
vecht niet tegen mijn zwakte,
wring me niet uit met je kracht,
maar verslind me,

net als een tijger zou doen,
voer voor 't inwendige beest.
Rust wat uit, verteer en teer
op mijn lichaam.

In scha'luwte lig ik stil
als jouw redding in de nood,
zelf wel dood,

maar da's een futiel verschil:
alles komt en verwordt tot stof,
dus ach, ik bof.


pepé: lettermenger.

Nijmegen, Sonnet 21 juli 2011.

Nijmegen, stad van en naar mijn hart
met een uitkijkkonijn als Valkhofwacht
tot haar Don Jon zijn rentree maakt,
stad waar nood wet niet breekt maar kraakt!

Vaar wel, Waalhalla en draai door op Drift.
Jij weet: Cultuur is een gave, geen gift.
De Graaf van de stad preekt van democratie
en de stad houdt stand in een demon-natie.

Het Plein "44, Waalsprong, Waalval,
parkeergagages -rages, 't kost een aantal
ambtenaren, bomen en subsidiebanen.

Nijmegen, wier Waal nog weg weet met wanen,
dappere Sévèke die vredig onder haar akker rust,
maar wie toch wordt de Prins die haar schone slaapster wakkerkust?


pepé: lettermenger.

Dus ga uw gang

Een opsomming van wat ik allemaal zou zijn in deze
zou iets teveel zijn neer te pennen en beschrijft
misschien mijn buitenzijde, gezien door hen die
om mij heen zijn en is niet per se per definitie
onjuist, zij het dat het allerminst
definieert wat er binnenin gebeurt.

Daar niemand mij nog heeft kunnen bewijzen
dat jullie zijn hoe jullie je voordoen en
vooraleerst of jullie überhaupt zouden
bestaan als ik besluit ermee op te houden,
dunkt het mij de wijste wijze van leven
het te laten bij mijn eigen overwegen.

Dat kun je zien als een egoïstische overtuiging -
en is ook, vooruit dan, één voorbeeld uit de opsomming
dat mij menig maal voor de voeten is geworpen -
en zou het ook zijn als ik dacht dat dat enkel en
alleen voor mij zou gelden, maar wie bedenkt
wie en waar komt ons wereldbeeld vandaan?

'k Weet zelf maar amper wat binnen in mij gebeurt,
vind het dan ook behoorlijk hoogmoedig
een hard en vaststaand oordeel over iets
of iemand als de waarheid te poneren,
laat staan die lustig rond te oreren
en ja, ook dat is vast compleet te weerleggen.


pepé: lettermenger.

Eerst was er de geest.

Eerst was er de geest
die verscheen als een gedachte,
bijna een passant.

Gelukkig gleed er juist
een manestraal precies
over diens gelaat,

zodat onze blikken kruisten.
Soms is dat voldoende,
soms ook een begin,

de lichte lettermengerplicht
die uitmondt in verhalen,
zangpartijen en betogen.

Deze tere geest
vroeg zuivere essentie
en werd dus een gedicht.


pepé: lettermenger.

De vrede vinden.

De vrede vinden
in dat de ander
het altijd anders
ziet dan jij.

Het wordt vanzelf
al ietsje anders
wanneer je denkt
Jij bent mij

en ik ben jou,
hou onderwijl nou
niet onderuitgezakt
oogcontact.

Die oefeningen:
bij het voetgangerslicht
dat rood wordt niet rennen;
ogen dicht,

alleen ademen,
je kruin verbonden
met de wolken,
overeind,

waar je ook kijkt lijkt
alles onder water
en al is die bel d'r,
nooit zo helder!


pepé: lettermenger.

Gemeen goed.

Voor die onverwoordbare vonk
die uit jou via je vrouw in mij
ontsprong, hoe jij dit wonder
en hoe ik het weer bezong,

dat
dat

vocht jij ooit jezelf onder jouw
ouderlijk trompetterverbod
uit als een Jaguar met
voor gezang al gitaar

dat
gemeen

hoe 't wonderlijkste dat een man
in zijn mannenleven maken kan
hem allerminst bevalt,
wie speelt er waarom vals

dat
gemeen
goed.


pepé: lettermenger.