Vrijdagmiddag, coffeeshop.
De mannen en een enkele
vrouw vermaken zich
ieder op hun eigen manier,
met een ander of zichzelf.
Een vrouw voert luidop
hele gesprekken met zichzelf
en heeft daarbij de grootste
schik. Het leidt af,
wordt een middelpunt
waar woorden en blikken
zich op richten.
Meneer Van Praatgraag - Snapje
komt binnen, installeert
zich tegenover mij aan
de bar en zegt op het
zelfde volume als de vrouw:
"Er is er weer één binnen
met een feestje in het hoofd."
"Dat zijn er wel meer hier."
Later verlaat één der vaste,
goedbetalende klanten
op hoge poten de shop,
na een bardame
te hebben gezegd dat hij
op deze manier
zijn plezier
wel ergens anders zoekt.
Zo beleefd haar woorden,
zo oprecht,
een baby van midden vijftig
met teveel schrammen
en doorrookt gebrabbel
kiest uiteindelijk
eieren voor haar geld.
Ze voelt
het verbaal geweld.
Een deurpiep,
zwiep en bonk
en weg is ze.
pepé: lettermenger.
Had Meneer Van Praatgraag
BeantwoordenVerwijderendeze aandachtskick, zo brood
nodig in zijn bestaan
en, zijn beiden dus oprecht?
Wie ben ik? (:
BeantwoordenVerwijderenHeeft een verkrachter zijn verzetje (niet) ook broodnodig?
(Vraag is ook gericht op het gedicht 'Marc en Kim'.)
pepé
net zoals zijn slachtoffer?
BeantwoordenVerwijderen