donderdag 20 december 2012

little bird.

silence, what is silence?
can 't be heard
thrOugh the whistling
Of a little bird?

"lethal little bird rOckets" [sOurce Of pic unknOwn]

pepé: lettermenger.

donderdag 6 december 2012

bijzinnen.

hey,
stOOr ik,
want ik
kwam all1
vragen Of je
wat suiker
vOOr me had
en was gelijk
even benieuwd
Of je examen
was dOOrgegaan,
Omdat ik
Op het nieuws
hOOrde van
de explOsie in
je schOOlgebOuw,
maar
ik kan niet
blijven hangen,
want ik heb
tarik in huis,
net in deze
dure maand,
zul je altijd zien,
Omdat hij
weer Op straat
staat, aan de cOke
en die tOestanden,
je kent de verhalen,
dus
Of je
misschien
wat suiker
vOOr me had.



pepé: lettermenger.

woensdag 5 december 2012

in (r)O(Ok).

dat ritueel,
de cOncentratie
bij het bOuwen
van een jOint,

het (ver/ge)niet(ig)ende
vuur, een meditatie,
bOuwsel OprOkend
in (r)O(Ok).



pepé: lettermenger.

aan het wOOrd.

baart een christelijke
gemeenschap van dOping,
vOrmsel der vader,
zOOn, één heilige geest, twee
handen gewassen, een
lamgOtspe, claimend
dat het wegneemt
de zOnden der wereld,

maar vader, waren
wij destijds uw wOOrd
niet gehOOrzaam,
zelfs tOen wij midden
in een dienst niets
gelOOfwaardiger vOnden
dan Opstaan, weglOpen,
uw wOning gekraakt
en was u niet niet daar?

Omzwervende Ontcultiveerde
inbOOrlingen, geketende
kapitaalkOlOnialismeslaven
waren wij, uitgehOereerde
gediplOmeerden van pOOiertje staat,
met kOrting geplaatst
Op de markt vOOr eenieder die
Ons maar wilde cOnsumeren,
 de paus verlaten nOg
genaaid in alle staten.
kan iets wat beschaafd is
OOit nOg Ontschaven?

land van mazenazers
calOrieëncalculatOrs
vleesgewOrden lObbyvibratOrs
rijk van vrijheidssplijterij
aan 'n verbale schijterij, wij
nazifascinatienatie van
OedipuspatriOtten
wijzen wij zijn wijzen
van wijzen verscheiden één
O rijk van wij
O rijk in mij!

vader, u OOit tOegewijd,
was u tOen OOk mij,
vader, uit uw zaad gemaakt
behOOrd' uw zaad OOk mij
tOe vader staat Op mOeder aarde
Ons skelet, Ons fundament?

van Ons was ik het, mijn paus,
Ouderlijk bezag ik mijn kind
vanuit Onz' gekraakte staat van (wel)zijn,
van Ons allen ik, want ik is OOk wij.

wij kiezen (g)een leider
en (neg)eren Ons zwijgen,
wij spreken met (g)één stem
wij veinzijn een ik,
wij zijn een ik-wei
een wij 'k ik lijk Op een wijk
Op een lijk wijk Op lijkwijk
lijk ik eigenlijk Op mij
Of wijk ik (On)behOOrlijk af
van Ons spOOr OnsspOOrd

dringt er enigszins
iets dOOr Ons dOOr Ons dOOr -
wie is hier sOwiesO
aan het wOOrd?



pepé: lettermenger.

zondag 2 december 2012

eens.

Om ennenOf
in stilte
is nOg nOOit
een OOrlOg
begOnnen

(eens is het de
eerste keer(?)).



pepé: lettermenger.

hOOp.

hOOp,
de halm waarnaar
je j'hand uitsteekt,

Onwetend
Of die j'hOudt -
Of breekt.



pepé: lettermenger.

steen.

een steen vastpakken.
de steen verwarmd,
je hand gekOeld.
cOntact.




pepé: lettermenger.

maandag 22 oktober 2012

babyla.

een vagina
Onder haren
en een piemel
in een string,

gestifte lippen
en bebaarde
rÔze wangen,
elf piercings,

nOemt je schat
onge8 je gesl8
Of wat en l8, want
alles is een 4(r)ing,

bij elke 
kokette zwie(r)ring.
Al met Al een
lekker ding.



pepé: lettermenger.

het ruisen van de zee.

dOOr gesteente heen
het ruisen van de zee,

dOOr huid en peZen heen
het ruisen van de zee,

dOOr ged8enstrOmen heen
het ruisen van de zee,

gekluisterd aan schelpen dOOr
het ruisen van de zee.



pepé: lettermenger.

zaterdag 6 oktober 2012

vrije verzen.

Onderstaand' Op blad geschreven verzen
zijn de eerste van een bundel
die nimmer gebundeld wOrden zal,
die (nÓg niet) af is wanneer ik (als 'ik' de wereld) af ben.
Enkele bla'ren ervan zijn reeds naar nieuwe (tijdelijke)
eigenAren gewaaid.







pepé: lettermenger.

pOweeZie.








dinsdag 21 augustus 2012

Wereldbeeld.

Twee biertonronde
werklui , voorgereden in hun
fijnstofverspreidende voertuig,
volgen een langswandelende,
naar ik weet dakloze man,
die dankbaar op-
en wegsteekt
wat hij vond op straat,

en roepen hem na:
"Hey!
Heb je niks beters te doen?"



pepé: lettermenger.

dinsdag 14 augustus 2012

De poëten.

Mee met het regels
breken binnen - treden
buiten - zinnen, kneden
de poëten onze woorden
wat weker in hun
betekenen,

slijpen vileine
feiten tot fabels
en vermalen ze
tot iets multi -
zo niet omni -
interpretabels.

Regels breken kabels
breken, on - het even
is onz' zin gegeven.

Is dat op zichzelf
al dan niet iets
formidabels?


pepé: lettermenger.

donderdag 26 juli 2012

Geheim gedeeld.

Hij weet dat hij
niet weet dat
hij het weet.

Hij ziet het aan
zijn oogopslag
op straat.

Eerst in zijn blik
die onvervalsbare
twinkeling,

dan het instinct
dat zijn hand naar
hem opsteekt.

Wandelaarsgedrag
van alledag
uitgebeeld.

Wordt er wat en wat
wanneer wat wordt
geheim gedeeld?



pepé: lettermenger.

woensdag 25 juli 2012

't Vers laafde.

"Al het goede komt
in minimaal drie.
Verzaak nimmer vermaak!"
glimdacht hij en
nam er nog één.




pepé: lettermenger.

Tijdelijk verkracht.

Wilde
poëzie
over over
je schaduw
heen stappen
schrijven,

maar die
uitdrukking is
tijdelijk verkracht.



pepé: lettermenger.

Zwaartedruk

Is je mond
gekromd
in de vorm
van de horizon,

valt uit je
ogen vocht naar
benee' zo waar
uit wolken regen?

Maakt de
zwaartekracht
het de materie
soms ondraaglijk?

Dan kan je
zwaartedruk
daar licht wat
tegen wegen.




pepé: lettermenger.

zaterdag 14 juli 2012

Poem.

"Finally some lettermenger-poetry in your own language"


pepé: lettermenger.

vrijdag 13 juli 2012

Gat.

Zoals het gat
de schijf tot
een O vormt,
zo is ook
mijn antwoord:
Ik wijs ernaar
maar kan het niet
aanwijzen.



pepé: lettermenger

donderdag 12 juli 2012

De klok rond.

Op twaalf uur
leg ik een D,
op de twee één
van de twee E's,
de andere op de acht,
een L leg ik op vier,
een I op zes, tot slot
een F op tien uur,
de wijzers van de klok
laat ik de rest doen:
deliefdeliefdeliefde!



pepé: lettermenger.

Reiswijsheid.

Lief, deze
pennenvrucht
wenst ons toe
een reis vol
vruchten vol
van wijsheid
in al haar
smaken, want
ja, die ligt
niet enkel
in de vrucht,
maar ligt ook
in de hand
die hem al
dan niet plukt
verborgen,
O morgen,
mooie reis!



[OOk Om dOetiee]
pepé: lettermenger

Daas.

Was het gisteren nog
dat ik je zag en baf!
Twee uur later bericht; jij dood.
Muren kwamen op me af
dus ging ik drinken in de stad.
Ik dronk, maar dat ik jou vergat,
nou nee, jij klojo, jij ouwe,
ouwe makker, gek!

Was het nou gisteren of
was het vandaag, ach,
ben ik tussendoor gaan slapen?
Kom, we - kom, ik neem
er gewoon nog één.

Hé, dat is Marleen,
door mijn traanwaas heen
zie ik haar brede lach aankomen.
"Ik ben aangenomen!"
roept ze me door de zaak heen toe,
danst, gaat naast me zitten
en vertelt vervolgens
honderduit over haar baan.



pepé: lettermenger.

zaterdag 7 juli 2012

Thematennis.

"Ik heb vandaag gewerkt."
"O, ik ook."
"Moest verdomme overwerken,
daarom ben ik er nu pas."
"O nou, bij mij waren er twee
van mijn vijf collega's ziek."
"Ze hadden een extra klus."
"O nee, vier.
Met mij erbij vijf."
"En dan zijn wij weer de klos."
"Snap je."



pepé: lettermenger.

Er.

In 't horen van de merelzang
wanneer de dag ontluikt,
in 't zien van welke woorden en
gebaren je gezel gebruikt,

in 'n spiegelbeeld dat vormen krijgt
zolang je 't ongestoord laat, zwijgt.
't Komt op totdat het plotseling
zich oplost in een oplossing.

Dan zonder zien te zien hoe strak
dit rimpelloze oppervlak
zich uitstrekt voor je open ogen
of zijn ze eigenlijk wel open?



pepé: lettermenger.

Sigèfobia.

Veronderstel
dat al het iets
uit al het niets
ontkiemt,

in dat geval
groeit ieder woord
nog ongehoord
en ongezien

achterin je mond
op stille grond
tot dat het wordt
uitgesproken.

Waarover ik mij
dan ook verbaas is
hoe vaak je moet vragen
om  die basis.



pepé: lettermenger.

dinsdag 3 juli 2012

maandag 2 juli 2012

Komma,

Kopergeel,
geen gedachte,
slechts de pen
en de sterren
in de lucht
zijn de punt,

want wie ben ik
om zoiets stelligs
te maken,
zetten,
in te brengen
als een punt

als zelfs de laatste
van de stippen
op 't papier
opstijgend naar
het firmament
een komma blijkt?



pepé: lettermenger.

zondag 1 juli 2012

Trance-formatie

Met je kuiltjes in je wangen
glimlach je jezelf in een merel
en fladdert in je nieuwe rol
bang van mij vandaan, weg
op een tak van de pruimenboom,
net zo nieuwsgierig als ik!
Eén onoplettende tel later
en je bent alweer veranderd
in een kever op mijn kraag.
Je schudt je schilden,
herschikt je vleugels,
een inheemse ufo
in afwachting.
Eén gedachtensprong verder
en ik verschrompel,
beklim dan je trap,
gesp en houd mij aan jou vast
en jij geeft gas,
hopelijk hard genoeg ditmaal.



pepé: lettermenger.

Als ik aan jou denk.

Als ik aan jou denk,
en ik kan zowat
niet anders meer,
dan ga ik huilen,

om hoe over jou wordt gesproken,
niet met jou,
om de praal in huizen van aanbidding
en hoe arm hun gasten,
op een enkeling na dan,

om hoe je wordt gemeden,
gemeten, toegepast,
aangepast, vastgelegd
en hoe dáár om
wordt gestreden,

niet om jou.

Daarom, als ik denk
aan jou, en ik wil niets liever,
dan ga ik huilen.



pepé: lettermenger.

Vrijdagmiddag, coffeeshop.

Vrijdagmiddag, coffeeshop.
De mannen en een enkele
vrouw vermaken zich
ieder op hun eigen manier,
met een ander of zichzelf.

Een vrouw voert luidop
hele gesprekken met zichzelf
en heeft daarbij de grootste
schik. Het leidt af,
wordt een middelpunt
waar woorden en blikken
zich op richten.

Meneer Van Praatgraag - Snapje
komt binnen, installeert
zich tegenover mij aan
de bar en zegt op het
zelfde volume als de vrouw:

"Er is er weer één binnen
met een feestje in het hoofd."

"Dat zijn er wel meer hier."

Later verlaat één der vaste,
goedbetalende klanten
op hoge poten de shop,
na een bardame
te hebben gezegd dat hij
op deze manier
zijn plezier
wel ergens anders zoekt.

Zo beleefd haar woorden,
zo oprecht,
een baby van midden vijftig
met teveel schrammen
en doorrookt gebrabbel

kiest uiteindelijk
eieren voor haar geld.
Ze voelt
het verbaal geweld.

Een deurpiep,
zwiep en bonk
en weg is ze.



pepé: lettermenger.

zondag 24 juni 2012

Marc en Kim.



Gisteren
kwam Marc
naast me zitten
in de coffeeshop
aan de bar.

Hij vroeg
hoe het met mij was.

Ik zei:
"Goed.
Introspectief
en
goed."

Het was het
startschot tot zijn
opgespaarde woorden.
Had hij zo lang
droog gestaan
dat hij nu gretig
ongecontroleerd
mijn oren begon
te neuken?

In een poging
van zijn monoloog
een gesprek te maken,
perste ik er zinnen
tussendoor, hem
uiteindelijk bijna
smekend om permissie
meer dan één zin
uit te mogen spreken.

"Ik
kom
er
amper
tussen,"
verklaarde
en ook slaakte ik.

Zijn woordneuken
had mij pijn gedaan.
Ik zou ons verloochend hebben,
had ik dit niet met Marc gedeeld.

Marc vroeg wat ik bedoelde.

"De zinnen die ik zojuist uitsprak,
waren 'slechts' de krantenkop van
wat ik eigenlijk had willen zeggen,
maar uit mijn ervaringen met je ging
ik er van uit dat ik niet meer ruimte
zou krijgen dan die paar woorden."

.
.
.

"Mag ik wat vragen?"
"Je mag me alles vragen."
"Heb je je veel verdiept
in communicatie?"
"Niet per se in boeken,
maar zeker denk ik er
graag en vaak over na."
"Dat kun je wel merken, ja.
Misschien dat je daardoor je
eigen ideeën erover hebt gevormd,
waar je je graag aan houdt."
"Wie weet.
Ik heb in elk geval
wel het idee dat onze
westerse communicatie
ziek is geworden van alle
individualisme
en
haast.
Mensen houden graag monologen,
praten graag zelf over zichzelf
of anders zelf over een ander.
De vraag,
die lijkt nog amper
toegepast te worden."

Marc keek
mij met een begrijpende blik aan.
"Zo heb je veel soorten van communicatie.
Eentje waar ik zelf niet van houd,
weet ik niet hoe dat in het
Nederlands genoemd wordt:
Gossip."

Marc sprak van
wat hij wist en
wat in hem opkwam.

Ik keek
naar de televisie
met het geluid uit
en buiten.

.
.
.

Marc's
einde van de vraag
ving ik nog op,
omdat hij die met
mijn naam afsloot.
Ik antwoordde
niet geluisterd te hebben
en vroeg of hij zijn vraag
wilde herhalen,
wat hij deed,
waarop opnieuw een
handvol woorden mijnerzijds
voldoende voeding voor hem waren
om weer door te gaan.

Mijn
hoop
en
aandacht
waren
op.

De spraakwaterval versmalde,
verstilde.
De lucht
inmiddels
doordrenkt,
verkracht bezwangerd
van zijn woordzaad.

De ontstane stilte
een ogenblik voor mij
om bij te komen,
te herstellen en
zijn sperma uit mijn oor
te peuteren.

"Mag ik je
nog een verhaal vertellen?"
vroeg hij me.

"Daar
moet
ik
even
over
nadenken,"
halfgekscheerde ik.

Dit verwarde hem wat,
maar weerhield hem niet
het mij te willen vertellen.
De verwarring had hem
echter parten gespeeld.
"Nou ja,
ik weet het al niet meer."

"O,
dat scheelt,
ik weet het
antwoord
ook niet meer."

Maar:
"O,
dát was het, ja."
En Marc deelde
met mij wat hij
juist nog was vergeten.

Ik
weet
niet
wat
hij
zei.

Waarschijnlijk door een gebrek
aan reactie hield ook dit verhaal
relatief snel op en wederom kon ik
een moment met mijn pinken poeren.

.
.
.

"O,
nu schiet mij
nog wat te binnen,"
klonk het licht verontschuldigend,
bijna als: 'Nu is 'ie alwéér stijf.'

Ik had hoofdpijn
en zei: "Dat straks."

Wat volgde,
was de stilte
van zijn
uitgesteld
orgasme.

Gered
door een woordenwisseling in rust
met een andere bargenoot,
ebden opgebouwde pijnen en
verdrukkingen uit mij weg.

Misschien duurde dit gesprek
Marc wat te lang, misschien
moest hij nog zijn kwakje kwijt,
in ieder geval stond hij op,
wijzend naar Kim zeggend:
"Ik ga even daar zitten,
kijken of zij wel prijs stelt
op mijn aanwezigheid."

Alle reacties op zijn woorden,
al mijn vragen aan Marc,
alle verhalen die ik
als bespiegelingen met liefde
met hem had willen delen,
kringelden
omhoog

uit


mijn



o


-





gevormde







mond.






pepé: lettermenger.


donderdag 14 juni 2012

Uit het niets.

Ik ben de echo
van wat komt,
weerkaatst in vormen,
opgesomd,

ik ben het zwart dat
op hun beurt
eerst rood, dan geel, dan
blauw ontkleurt.

Gedragen door de
eeuwigheid
ontbrandt in ons een
kleurenstrijd.

Schakeringen van
blauw, rood, geel,
ik hou van allen
evenveel:

In wezen bron die
in hen zit,
zie ik ze samen
weer als wit.


pepé: lettermenger.

woensdag 13 juni 2012

Hoofdstukken.

Was de ziel een open tuin
dan wandeld' ik met jou
langs alle bloemengeuren
alle zoete kleuren
bladeren versierd met dauw
zonsondergang vanaf de duin.

Ik hield de deuren voor je open
en toonde j'al mijn klein geheim
mijn schatten en mijn snode plannen
en al het slecht da'k had verbannen
alle smurrie, al het slijm
waar 'k ooit doorheen moest lopen.

Was mijn ziel maar van papier
zo helder wit en geurig fijn
met zwarte inkt gevoel beschreven
uit het diepste van mijn zieleleven
zo'n ziel zou zo vol schoonheid zijn
een ziel als deez' papieren hier.


pepé: lettermenger.
[1993]

Luna.

En toen ik daar mijzelf zag staan
dacht ik bij mij, waar zal ik gaan?
't Was enkel ik daar en de Maan.
Ik vroeg mezelf, ben ik zo klein
of moet de Maan de grootste zijn?

Het licht dat doofde in de laan
en liet mij toen zelf verdergaan,
doch daar was dan de Maneschijn.

En toen ik daar mijzelf zag staan
dacht ik bij mij, waar zal ik gaan?
't Was enkel ik daar en de Maan.
Ik vroeg mezelf, ben ik zo klein
of moet de Maan de grootste zijn?

Ik stond en kon de Maan verstaan,
ze zei: "Ach Minne, hoe wij zijn,
het maakt niet uit, of groot of klein,
toe, laat je hart niet in de waan
dat jij ooit boven mij kan staan:
Gelijk gekomen, gelijk gegaan.

En plots stond ieder op het plein,
beschenen door die Maneschijn.


pepé: lettermenger.
[1992]

dinsdag 12 juni 2012

De eenzamen.

Als 't end van de dag begon,
oranje de horizon,
signaal voor het slotakkoord;
de stilte kreeg nu het woord,

dan zaten de eenzamen,
een huid rood van bloed-bramen
om knokige lichamen
die all'eenzaam hier kwamen,

de heuveltop opgesjouwd,
de weg de weg toevertrouwd,
door struiken en kreupelhout
tot d' rand van 't oeroude woud,

waar één voor één als één zelf
de blik het hemelgewelf
in richtt' in kleermakerszit
op 't zand, als een kersenpit

die voelt dat hij dra ontkiemt;
dat groen' dat zijn bast uit priemt
dat 't aangezicht van de maan
klaarblijk'lijk niet kan weerstaan,

van 't vlees van hun vrucht beroofd,
hun zoekende zucht gedoofd
in zijn en niets meer dan zijn
in nietzijn in maneschijn,

toen voor hun ogen een wond
in 't hemellichaam ontstond
waardoorheen een oog t'rugkeek
en 'n stem tot hen zeggen leek:

"Wat zit je daar niets te doen
als 'n goedgelovige oen?
Hooguit in een vage droom
groei j'uit tot een kersenboom!"


pepé: lettermenger.

zaterdag 9 juni 2012

Voor het slapen gaan.

Welterustenkus
aan de bergbeklimmer
en de timmerman,

aan de wietdealer
die zorgt dat ik vannacht
weer lekker spacen kan.

Een dikke nachtpakkerd
aan wie doordroomt
van een wakkere planeet,

aan alle dappere
doerakken
en de schapper die het weet.

Zoenen op je mond
tot de zon opkomt,
partij-mastodont,

de bankier, de hoer,
belegger, troubadour,
eenieder die 'k vergeet.

Sterrenhemelsbreed,
hoe je dan ook heet,
ben je vrouw of man,

dat je morgenvroeg
lachend wakker wordt,
ja, daar droom ik van!


pepé: lettermenger.

vrijdag 8 juni 2012

Tijdelijk verstoord.

Over kansen
in de arbeid
sprak zij

en ik dacht,
dus sprak van
slavernij.

"O, ik ben
volgens jou
dus een slaaf?"

"Net als ik,"
maar het leek
al te laat.

Dat moment
dat een woord
als een staaf

een gat
tussen geesten
in slaat,

waar je voelt
dat je 't zelfde
bedoelt,

heb je 't toch
compleet anders
gehoord:

de frequentie
werd tijdelijk
verstoord.


pepé: lettermenger.

donderdag 7 juni 2012

Een rede die zich niet laat schrijven.



Een rede die zich niet laat schrijven,
mijn denken dat weigert te zwijgen
lijkt op een veelkoppig publiek,
maar hun gezant krijgt geen repliek

gemaakt van die kakofonie,
laat zich van zijn apropos nie'
brengen en proclameert prompt
poëzie -en 't geroezemoes verstomt:

"Mijne mensen, hoort één van u
u toespreken in 't hier en nu
en ken de vluchtigheid van 't woord
dat weg is voor u 't hebt gehoord!

Ik neem mijn bolhoed voor u af
om 't oor dat u zoëven gaf
en hopelijk zal blijven lenen
totdat ik voor u ben verdwenen.

Mijn jas hang 'k op, stok zet ik weg
alvoor ik u mijn zegje zeg,
mijn handschoenen leg ik hier neer
en past u op mijn beurs, meneer?

Pardon, maar om mijn zere kuit
trek ik toch ook mijn schoenen uit.
Blootsvoets kan ik wat beter aarden,
en 't past bij een gedicht van waarde.

Mevrouw, mijn blouse, mijn pantalon,
als u die bij u houden kon
en jongeman daar in de hoek,
hier zijn mijn hemd en onderbroek."

De menigte was sprakeloos
en hun gezant, die zweeg een poos,
liep terug naar 't midden van de planken
om buigend zijn publiek te danken.

"Mevrouw, meneer en wat dies meer zij,
vergeef mij da'k mij voor u neervlij
op deze harde plankenvloer,
maar 'k ben 't gewend, zijnde uw hoer.

Ik heb zo lief hoe u mij naait,
mij voor uw puike plannen paait,
mij toont wat Waardig Leven is
tot in onze verdoemenis.

U heer, met grijze snor, gekruld,
u kent de lengte van mijn -duldt
deze massa met zijn air
van flair zo een vocabulair

van één van hen, te weten mij,
als stem van u en jou -en jij
daar achterin, goed uit het zicht,
voldoe ik voor jou aan mijn plicht?

Ziehier mijn aars, 't is niet gewoon,
ik weet het, dat ik u die toon
en dan nog vraag of het u schikt
dat u die één voor één eens likt."

De schrikgezichten van mijn ikken
vertrekken tot behouden blikken,
maar niemand die 'n reactie lijkt
te weten voor waar die naar kijkt.

Wat was de reden van de rede
ook alweer? Ach ja: de zeden.
Een bede om verheldering
van buiten af en binnen in.

"U zwijgt, dans cul, maar 'k smeek, sta op,
steek dan uw tongen uit en stop -
u weet hoe, 'k deed het vaker voor.
O, niet? Laat mij nu dan opstaan en hoor:

"Eén van ons is het.
De verrader,
de zondaar,
huichelaar!

Eén van ons!

Eén van ons doet het.
De wandaad,
de misstap,
moordenaar!
Eén van ons!

Maar zwijg maar.

Eén van ons is het.
De verleider,
de veinzer,
bemiddelaar.
Eén van ons.

Maar zwijg maar.

Eén van ons is het.
De hoeder,
aartsvader,
oermoeder.
Eén van ons.

Eén van ons zegt het.
Als ons.
Als ons antwoord
aan die ander.
Eén als ons.

Laat het mij zijn.""

Zwijg en staar.



pepé: lettermenger.

woensdag 6 juni 2012

Toon me dat ik droom.


Toon me dat ik droom
middenin mijn dromen.
Waren we al een code
overeengekomen?

Dat je knipoogde,
mijn kleding prees,
me met je duim de
projector wees,

te zien door een kier
van een openstaande deur,
ik mezelf aankeek
in de operateur.

Of je fluisterde
"Wie is wie?"
en ik doorzag
mijn fantasie.

Traag vervaagde dan
mijn droombiotoop
tot het beeld van mijn hoofd
op mijn kussen sloop.


pepé: lettermenger.
[Picture taken in the National Historic Museum
in Ljubljana, Slovenia]

zondag 8 april 2012

PaZen.

Hoe raak ik
tegelijk
alles aan?

Welk woord zou
dat moment
omschrijven?

Kan ik daar
middenin
komen staan

en zal ik
er dan niet
in blijven?



pepé: lettermenger.

zaterdag 31 maart 2012

Om O.

O,
één wordend
ontziet ons drieën
tot het fundament vier
voor ons wordt gelegd.
O staat op,
valt uit
één.

Vorm
eens waargenomen
omvat de norm
van één en O.
Geen steen is steen
voor een oog
gesloten nog
open.

O
draait zo,
bouwt, behoudt, breekt,
beweegt om het bewegen
het leven uit dood
groot in klein
vrij opgesloten
wezen.

Tijd
amper verstreken
als een vonk
ontspringt en jij ontstaat
hoewel een naam gegeven
jij geenszins bent
hoe jij
heet.

Zo
is O
ook geen naam,
noch steen of lichaam:
Hier reflecteert ons ervaren
in de ontelbare
kwaliteiten van
zijn.

Wat
zie jij
wie jou ziet?
Jullie vormen een inzicht,
jullie kijken, kijken weg,
Nu genoemd, beleven
daar een
samen.

O!
Jij liefde!
Jij weerkaatste spiegeling!
In deze wijdopen ogen,
een bewogen blik, verblindde
jouw licht mij
nimmer zo
klaar!

Want
ik weet,
jij bent mijn
droom, in stof gewikkeld.
Wanneer ik jou uitkleed
gaan mijn handen
door jou
heen.

Toch
hoor ik
overal jouw naam,
zie ik in alles
jouw en mijn essentie
gedragen door leven
door sterven
gaan.

Ons
één zijn
ontvouwt in drieën,
waarna het fundament vier
voor ons wordt gelegd.
Wij staan op,
vallen in
O.


pepé: lettermenger.

zaterdag 17 maart 2012

De reiziger, Tarot I: Polsgolfslagschaduwschijn.

Toen de ruimte van leegte vervuld was
en alles wat bestond een wit doek was
voor het oog van de reiziger
deed het bijna pijn aan diens ogen
voelde 't haast of het wit om een vorm vroeg
waar de zon en zijn schad'wen voor weken
al de lijnen die de penselen streken

laten plaatsen van beschutting na
in een polsgolfslagschaduwschijn
voor het oog van de reiziger
verwordt een golfsom tot een wereld
waar reiziger een wandeling in maakt;
een zee van water en kleur maakt een steen,
maakt een muur, een gehucht, maakt een stad.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot II: In 't volle licht.

Wat ontstaat in 't volle licht en het duister,
wie bepaalt er wat er op het doek gebeurt
voor het oog van de reiziger
die de sfeer tussen wit en zwart inkleurt?

(Strijk, strijk, strijk)

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot III: Steden.

Het had elke stad
kunnen zijn,
het was deze.
Het had elke stad
kunnen zijn,
neon en roet.

Waar
beton door de zon
lijkt te glanzen,
waar historie
bedekt wordt door
vooruitgang,
groot denken,

loopt een schim
rustig in
zachte schad'wen
zou j'nie weten
zou j' v'geten
te zien misschien.

Droef niet niets
hoeft niet een
boef niet in
kleren zo vaal
als de schaduwen
zelf een map
beelden geklemd
onder d' arm.

Er 's onooglijk
veel moog'lijk
elke hoek is een
spot om te wezen
weet je afhankelijk
van welke clan
je aanhangt

en
ergens daartussen
wand'len de lossen
die bouwen en klussen
in rust en in schemer
voor de missende kleuren
bij de schreeuwende gevels.

Schreden verraden
geen haast of ont-
spanning, komen ze
ergens vandaan
en waarheen nemen
de scheem'rige
stappen die mens?

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot IV: Blanco / Gekleurd.

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

Stoffig
stoffig
stoffig
sloffen.

Wat word je
stoffig
stoffig
in de stad.

Ben je blanco
word je gekleurd
hier wat kleur
daar wat kleur
ben ik blanco
en is blanco
een manko hier?

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

Stoffig
stoffig
stoffig
sloffen.

Voor je het weet
heeft iemand een streep
hier op je gezet
of slipt je slof
een spoor op de
marmeren plavij.

Wat word je
stoffig van
stappen in
de stad.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot V: Ken je streken.

Ben je van de sobere details,
ben je van de sierlijke franjes,
ben je van de pen of het penseel,
ben benieuwd hoe jij mijn zinnen streelt.

In welke streek vind jij je kracht,
in beelden, klanken hard of zacht,
in smaken, geuren, welke pracht
spiegel jij je zijnskarakter?

Hij zei je verfijnd!
Zij zei je spontaan!
Door hen zei jij alles,
je streek van de baan.
Jij weet als geen ander
waar je pols heen wil gaan
en welke geest je wil geven
dus laat 'm gaan, laat 'm gaan,

maar voor je dat doet:

Ken je streken,
ken je streken,
ken je streken,
da's het enige.

Ken je je streken, mijn edele?
Spiegelde je je voldoende in 't rond?
Kwam je jezelf er vaak tegen
en zeg me wat je van jezelf vond.

Soms zijn die sprankelende geesten
in karakteristiek weergegeven
voor het oog van de reiziger
en hoort zeggen wat zo heerlijk hoort:

Hij zei je verfijnd!
Zij zei je spontaan!
Door hen zei jij alles,
je streek van de baan,
maar je weet als geen ander
waar je pols heen wil gaan
en welke geest je wil geven
dus laat 'm gaan, laat 'm gaan,

maar voor je dat doet:

Ken je streken,
ken je streken,
ken je streken,
da's het enige.

Ik ben gekleurd,
schrijft de pen
van de reiziger
en zie! 't Hedendaags
geweten steekt
zijn wrede kop op.

Ik ben gekleurd
was zo blij met
mijn kleur als ik was.

Ik ben gekleurd
zou de geest van
de tijd hier wellicht
kunnen lezen
als het doek om
ons vlees, maar nee.

Ik ben gekleurd
door penselen
stiften en 't stof
van de stad
door zovelen.

Jij schrijft verfijnd.
Jij schrijft spontaan.
Ken je streken.

En de reiziger zet een stap.


pepé: lettermenger.

De reiziger, Tarot VI: Fantaseergemaal.

En daar was je,
een holografisch ideaal
van mijn fantaseergemaal.

't Is vast nooit te laat, toch?
We hebben heus zeker de tijd, lief,
kom dan, we blijven nog even
kom, nog heel even niets.

Ik zie de kuiltjes in je wangen,
ik voel ze, de haartjes, ja daar,
je zuchtjes zijn zoete gezangen
kom, nog heel even niets.

Lief lief wie liefde
die liefde wie liet
die liefde los liet
die liefde ook toe
toe lief lief zie toe
hoe 'k je lief
toe lief toe.

en verdwijn in mij,
dan verschijnen wij
voor ons fantaseergemaal
en het wordt vast echt waar, toch?
Als wij dat allebei geloven
kom lief, we blijven nog even
kom, nog heel even niets.

Wat een waterval,
kom ik duik in jou
en we laven ons
laveloos
aan elkaar

Lief lief wie liefde
die liefde wie liet
die liefde los liet
die liefde ook toe
toe lief lief zie toe
hoe 'k je lief
toe lief toe.

En de reizigers zetten een stap.


pepé: lettermenger.