Toen de ruimte van leegte vervuld was
en alles wat bestond een wit doek was
voor het oog van de reiziger
deed het bijna pijn aan diens ogen
voelde 't haast of het wit om een vorm vroeg
waar de zon en zijn schad'wen voor weken
al de lijnen die de penselen streken
laten plaatsen van beschutting na
in een polsgolfslagschaduwschijn
voor het oog van de reiziger
verwordt een golfsom tot een wereld
waar reiziger een wandeling in maakt;
een zee van water en kleur maakt een steen,
maakt een muur, een gehucht, maakt een stad.
En de reiziger zet een stap.
pepé: lettermenger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten